← Terug naar actueel

Op ontdekkingsreis met de gemeente om bewoners te activeren voor een aardgasvrij Reyeroord

7 September 2020 0 min. leestijd

In 2035 moet de Rotterdamse wijk Reyeroord aardgasvrij zijn. Dat is voor de gemeente én de bewoners een grote stap. Hoe bereik je de verschillende bewoners op een manier die bij hen past? Welke interventies zijn het meest effectief om de bewoners te activeren? Samen met strategisch bureau Noorderwind en architectenbureau Personal-Architecture zijn wij twee jaar lang partners van de gemeente om tot passende en effectieve interventies te komen. 

De gemeente is haar nieuwe rol aan het ontdekken in Reyeroord. Het is de wens van de gemeente om te experimenteren en te leren om tot een inclusieve en effectieve aanpak te komen om invulling te geven aan de transitie.

Samen op ontdekkingsreis naar een inclusieve effectieve aanpak.

Aanpak

We werken samen met de gemeente in een gestructureerde ontwerpaanpak: een cyclisch proces van ontwerpen, experimenteren, meten en leren; de interventiecyclus. Daarin gaan we niet alleen interventies ontwerpen, maar ook de effectiviteit ervan meten. Het proces resulteert in een toolbox vol gevalideerde (effectieve en efficiënte) interventies, waarmee alle bewoners op een gepaste manier betrokken en geactiveerd kunnen worden.

Onderzoeksfase

De eerste stap gaat over het verkennen, ophalen en analyseren van bestaande kennis uit de wijk. Welke bewonersgroepen en sociale netwerken kunnen we onderscheiden? Wie zijn de sleutelfiguren? Welke initiatieven zijn er al? We vertalen de verzamelde kennis in de karakterschets van de wijk en de interventiematrix.

Karakterschets

De karakterschets van de wijk is een platform waarin informatie over woningen en bewoners (harde data) en verhalen van bewoners (zachte data) samenkomen. Op basis van de karakterschets worden kansen en uitdagingen geformuleerd.

Interventiematrix

Centraal in het proces staat de interventiematrix. In de interventiematrix wordt informatie opgeslagen over de verschillende bewonersgroepen, woontypologieën en activerings-aspecten. Door die informatie te combineren kunnen we doelgericht samen met de gemeente en (markt)partijen voor alle bewoners passende interventies ontwerpen.

Aspecten van activering

Bewoners activeren voor de energietransitie heeft verschillende aspecten. Door gericht voor deze verschillende activeringsaspecten te ontwerpen, kunnen we bewoners stap voor stap mee krijgen in een aardgas vrije toekomst.

Open staan: Om in actie te komen voor veranderingen zal men eerst open moeten staan voor het onderwerp energietransitie en stadswarmte  bijvoorbeeld door de noodzaak te benadrukken.

Begrijpen: Informatie bieden en mensen helpen de consequenties van de veranderingen te laten ervaren. Door begrip en het bieden van handelingsperspectieven ontstaat keuzeruimte en motivatie om in actie te komen.

Kunnen: Door alternatieven haalbaar en laagdrempelig te maken en daarmee te laten zien ‘dat je het kan’, zal men ook eerder geneigd zijn het te willen en komt men een stap dichter bij het daadwerkelijke doen.

Willen: Bewoners zullen welwillend moeten staan tegenover de energietransitie en de implicaties die dit voor hen heeft.

Ontwerpen en Prototypen

We doorlopen meerdere malen de interventiecyclus, waarin we met verschillende partijen aan de hand van co-creaties sessies interventies ontwerpen, veldexperimenten uitvoeren en de effectiviteit meten.

Co-creatie: We organiseren co-creatie sessies om met wisselende partijen interventies te ontwerpen. Door samen met wijkpartijen, actieve bewoners of andere betrokken organisaties interventies te ontwerpen, is het makkelijker de interventie na het testen door te voeren in de hele wijk.Op basis van de karakterschets kiezen we een focusgebied (type woning, bewonersgroep en activerings-aspect) uit de interventiematrix. Hiermee formuleren we een ontwerpvraag die we beantwoorden tijdens de co-creatie sessie.

Veldexperimenten uitvoeren: De meest kansrijke interventies gaan we testen. We geven voorrang aan interventies die aansluiten op bestaande initiatieven of doorgevoerd kunnen worden door bijvoorbeeld wijkpartijen. We testen de interventies als veldexperimenten.

Effectiviteit meten: Vervolgens meten we de effectiviteit van de veldexperimenten. De interventies waarvan de veldexperimenten het meest effectief waren verbeteren we en leggen we vast. 

Ook al deze informatie slaan we op in de interventiematrix. Met de interventiematrix kunnen we dus niet alleen doelgericht ontwerpen, maar ook gestructureerd bijhouden welke interventies goed werken en minder goed werken. 

Resultaten

De oplevering in de laatste fase is de ontwerpaanpak: de interventiematrix, de toolbox met gevalideerde interventies en de geupdate karakterschets van de wijk. Hiermee kan de gemeente het transitieproces zelfstandig voortzetten én opschalen.

Betrokkenen